Coccidien zijn microscopisch kleine, eencellige parasieten die het darmstelsel en de lever van konijnen zowel als andere dieren aantasten. Coccidien zijn de meest voorkomende parasieten in het darmstelsel van een konijn en een veel voorkomende oorzaak van ziekte van vooral (maar niet uitsluitend) jonge konijnen.
De symptomen van coccidiose treden meestal op tijdens of vlak na stress, bijvoorbeeld door weersveranderingen, omgevingsveranderingen, een lange autorit, een zeer vieze kooi of bij koorts. In het algemeen wordt het darmkanaal het eerst aangetast, wat in milde gevallen resulteert in diarree. In ernstige gevallen is de ontlasting waterig, met stukjes ontlasting en kan er zelfs bloed in de ontlasting voorkomen. Het konijn droogt hierdoor snel uit, verliest gewicht, wordt lusteloos en wil niet meer eten en/of drinken. Bij chronische infecties is de vermagering het opvallendst.
Alle konijnen-coccidien zijn leden van dezelfde familie, de Eimeria. Er zijn 12 soorten konijnen-coccidien gesignaleerd in geïnfecteerde konijnen, maar slechts een paar hiervan zijn belangrijk genoeg om een konijn ziek te maken en verder moet de weerstand van het konijn verminderd zijn of (zoals bij jonge konijntjes) nog niet voldoende aanwezig zijn.
Daarom is de precieze rol van de verschillende soorten coccidien in het veroorzaken van een ziekte niet helemaal bekend. Intussen hoeft bij de aanwezigheid van slechts een paar coccide oocysten (het stadium dat de cocciden zich in de uitwerpselen van het konijn genesteld hebben) bij een parasitair onderzoek van de keutels niet perse de diagnose coccidiose gesteld te worden als er geen duidelijke symptomen zijn.De coccidiose parasieten kunnen meestal na een korte ophoping in een sterke zoutoplossing door de dierenarts zelf onder de microscoop gevonden worden. Bij grote aantallen staat de diagnose vast en dient behandeling te volgen. Neem daarom altijd wat ontlasting mee naar de dierenarts als uw konijn diarree heeft of sterk vermagert !
Eimeria stiedae
Slechts een soort, Eimeria stiedae, die in de lever parasiteert, wordt buiten het darmstelsel gevonden. Eimeria stiedae kan in elke grote groep konijnen gevonden worden, van fokkerij tot opvangcentrum.
Er kunnen lichte infecties zijn zonder symptomen, of er kan lichte of vertraagde groei van de coccidien zijn, maar de ziekte kan fataal verlopen, vooral bij jonge konijnen. Bij baby-konijntjes kan de leveraantasting zo snel gaan, dat ze van het ene op het andere moment dood omvallen! Zwaar geïnfecteerde konijnen vertonen tekenen die wijzen in de richting van storing van de leverfunctie en blokkering van de galwegen. Deze konijnen stoppen met eten en verzwakken: op het laatst van de ziekte hebben ze diarree of verstopping. Soms is de (onder)buik vergroot en de huid kan een gelige kleur krijgen. Rontgenfoto’s kunnen uitwijzen dat de lever vergroot is en dat er veel vocht in de buik zit. Bloedproeven zullen bevestigen dat de lever beschadigd is en dus zal de diagnose lever-coccidiose gesteld kunnen worden.
De bevestiging van de ziekte is gebaseerd op het vinden van oocysten in uitwerpselen- of galmonsters. Talloze medicijnen worden gebruikt om E. stiedae te voorkomen of te genezen. Alle konijnen in een geïnfecteerde fokkerij of huishouden moeten behandeld worden tot de ziekte uitgewoed is. De belangrijke rol van deze medicijnen is de organismen in bedwang te houden tot de konijnen weerstand opgebouwd hebben, de konijnen zullen daarna hun leven lang immuun zijn.
Eimeria perforans, Eimeria magna, Eimeria media, Eimeria irresidua. De belangrijkste soorten darmcoccidien zijn E. perforans, E. magna, E. media en E. irresidua, hoewel de soort coccide waarmee het konijn besmet is niet zo belangrijk is als de gezondheid van het konijn. Konijnen worden besmet door het eten van gras en hokstrooisel die gesporuleerde coccide oocysten bevatten. Dit kan ook gebeuren als het konijn zijn voeten of zijn vacht schoonmaakt, waar oudere keutels van een ander, besmet konijn aan zitten.
De ingewikkelde levenscyclus bij coccidiose Hoewel konijnen hun blindedarmkeutels eten wordt over het algemeen aangenomen dat daar geen besmettelijke oocysten in zitten. De oocysten moeten namelijk zich eerst enige tijd in een warme en vochtige omgeving buiten het konijn ontwikkelen. In een koude omgeving staat de ontwikkeling stil of gaat deze maar heel langzaam. De coccidien gaan echte hiervan niet dood.
Klinische tekenen van darm-coccidiose varieren sterk, afhankelijk van de leeftijd van het konijn, de betrokken organismen, de mate van besmetting en de kans op ziek worden van het dier (beïnvloed door leeftijd, stress, dieet etc.) De tekenen zijn vaker te zien bij jonge konijnen met hun onvolgroeide immuniteitssysteem. De symptomen kunnen zijn: gewichtsverlies, met tussenpozen hevige diarree dat bloed of slijm kan bevatten, en uiteindelijk uitdroging. Dieren die lijden aan zware diarree kunnen een ernstige aandoening aan de ingewanden krijgen, een blokkade van de darmen doordat deze in elkaar kronkelen.
Sterven aan coccidiose wordt meestal veroorzaakt door uitdroging en bijkomende bacteriële infecties. Behandeling en preventie van darm-coccidiose is hetzelfde als voor lever-coccidiose. Er zijn geen vaccinaties mogelijk tegen coccidiose.
Maar: er is goed nieuws voor de konijnenbezitter: heel veel konijnen waarbij de diagnose coccidiose gesteld is, hebben helemaal geen coccidiose! Een gebruikelijke vergissing van dierenartsen die niet erg bekend zijn met konijnen. Cyniclomyces guttulatulus, een bacterie die deel uitmaakt van de normale flora in de konijnenkeutels, wordt vaak bij een uitwerpselen-onderzoek verward met cocciden. Maar een ervaren konijnendierenarts tuint hier natuurlijk niet meer in..
Behandeling Coccidiose
De behandeling van coccidiose gebeurde vroeger meestal met op sulfa gebaseerde medicijnen, zoals trimethoprimsulfa, uiteraard op voorschrift van de dierenarts. Dit middel helpt het konijn totdat zijn immuunsysteem de cocciden de baas kan, en dient 10 tot 14 dagen gegeven te worden. Een veel beter en moderner middel is Baycox. Dit middel hoeft slechts 2-3 dagen door het water gegeven worden en is veel minder bitter en ook veel effectiever dan de sulfa’s. Belangrijk is om ook het hok dagelijks goed schoon te maken en droog te houden. Dit om te voorkomen dat na afloop van de kuur het konijn gelijk weer besmet wordt. Na 14 dagen moet de 3 daagse kuur nog 1x herhaald worden.
Een vaak gebruikt en wat ouderwetser middel is ESB3. Bij grote groepen konijnen kan dit middel door het drinkwater gegeven worden. Echter is bij deze manier een kans dat een konijn niet genoeg van het water drinkt. Bovendien wordt ESB3 niet door de darm opgenomen en werkt het niet of nauwelijks tegen levercoccidiose.
Daarnaast kan nog een antibioticum gegeven worden voor het behandelen van bijkomende infecties, het konijn is immers verzwakt. Als het konijn niet eet of drinkt moet het gedwongen gevoerd worden en/of drinken. Het is zeer belangrijk dat de darmen voorzien blijven van voedsel (zie darm-immobiliteit), en het konijn mag niet uitdrogen. Tenslotte moet een ziek konijn afgezonderd worden van andere konijnen omdat cocciodiose uiterst besmettelijk is. Verder moet iedere dag de kooi schoongemaakt worden, zodat herinfectie sterk wordt geminimaliseerd.